Wet toekomst pensioenen
Nieuwe pensioenwet, Wet Toekomst Pensioenen goed gekeurd door de Eerste kamer, ingang 1 juli 2023
'Nu begint het pas', 'er komt heel veel werk op ons af' en 'een enorme operatie'. Zulke woorden zinderen door de pensioenwereld, de dag nadat het parlement de nieuwe pensioenwet heeft goedgekeurd. Een historisch politiek besluit, maar zeker niet het eindpunt van de pensioenhervorming die polder en kabinet vier jaar geleden afspraken. Nu wacht de invoering van de wet. Die klus zal jaren duren, en heeft nog losse eindjes.
De belangen zijn groot: de hervorming raakt miljoenen werkenden en gepensioneerden en gaat over €1470 mrd aan vermogen. 'Dat schept ook een grote verantwoordelijkheid: om de overgang zorgvuldig te doen', zei pensioenminister Carola Schouten (ChristenUnie) na de stemming in de Eerste Kamer. Eerder zei zij: 'Sterker nog, ik heb als minister de verantwoordelijkheid om de transitie te laten slagen. Die voel ik zwaar.'
Dinsdagavond stemden 46 senatoren vóór de nieuwe pensioenwet. Oppositiepartijen GroenLinks, PvdA en SGP hielpen de coalitie aan een meerderheid in de Eerste Kamer. Na honderdveertig uur aan vragenrondes, kennissessies en debat in het parlement is de grootste stelselwijziging van de sociale zekerheid in decennia een feit.
Werkgevers, vakbonden en politici spreken al vijftien jaar over het veranderen van het Nederlandse pensioenstelsel. In 2019 sloten zij het pensioenakkoord, de basis voor de huidige wet. De pensioenlobby, vakbonden en werkgeversorganisaties reageerden dinsdag verheugd op het politieke resultaat. Ingrid Thijssen, voorzitter van VNO-NCW, zei: 'Hiermee krijgt het pensioenstelsel eindelijk de grote onderhoudsbeurt die nodig is.'
Koopkracht
De belofte van het huidige stelsel was een vaste uitkering gebaseerd op een deel van je salaris, die mee stijgt met de inflatie. Dat ging decennialang goed, tot de financiële crisis. Daarna stonden de meeste pensioenen stil, of gingen ze zelfs omlaag, terwijl de prijs van het pensioen opliep. Werkgevers en werknemers betalen inmiddels €40 mrd per jaar aan pensioenpremie.
In het nieuwe stelsel verkleinen pensioenfondsen de buffers die ze aanhouden zodat de pensioenen eerder kunnen stijgen. Bij tegenvallers dalen ze sneller. Ook wordt het nieuwe pensioen individueler, al hangt de mate daarvan af van de keuzes die werkgevers, bonden en fondsen maken. De premie loopt niet meer automatisch verder op. Dat 'biedt werkgevers de ruimte om hun medewerkers meer zeggenschap te geven over de invulling van de arbeidsvoorwaarden salaris en pensioen', zegt adviseur Aon.
Voorstanders van de nieuwe wet verwachten een transparanter, koopkrachtiger pensioen te kunnen regelen, dat beter aansluit bij de huidige arbeidsmarkt. Tegenstanders vrezen dat daar niets van terechtkomt. De wet is volgens hen te complex, de uitvoering wordt duur en foutgevoelig. Ouderenbonden en juristen waarschuwen voor een hausse aan rechtszaken.
Dreigend gat
Pensioenfondsen krijgen een jaar extra, tot 1 januari 2028, de tijd voor de transitie. Een grote operatie, waarbij ze uitvoerders, actuarissen, IT'ers, adviseurs en toezichthouders nodig hebben. De hervorming heeft ook nog losse eindjes. Zo dreigt er een gat te vallen in de pensioenopbouw van 45- tot 60-jarigen. Zij betaalden in hun jonge jaren meer premie dan nodig was voor hun opbouw, maar door de stelselwijziging zijn er straks geen jongeren meer die voor deze groep 45-plussers 'te veel' premie betalen. Ze moeten 'adequaat gecompenseerd' worden, maar de precieze betekenis daarvan ligt nog open.
Een ander punt van zorg zijn de mensen die wel werken maar geen pensioen opbouwen, omdat hun werkgever dat niet regelt of omdat ze zzp'er zijn. Vooral de linkse politieke partijen en de vakbonden hoopten op specifiekere plannen dan in de huidige wet staan. En de vroegpensioenregeling voor mensen met zware beroepen is voor de bonden onvoldoende.
Andere wereld
In vierenhalf jaar kan bovendien veel veranderen, toont de recente geschiedenis. Na het sluiten van het pensioenakkoord brak eerst de coronapandemie uit en daarna de Oekraïne-oorlog. De rente steeg van onder nul naar bijna 3% en aandelenkoersen stuiterden. Dat raakt ook de vermogens, verplichtingen en buffers van pensioenfondsen. Fondsen die in 2027 overstappen, kunnen zich zomaar in een heel andere wereld bevinden dan fondsen die dat al in 2025 doen.
Schouten waarschuwde de Eerste Kamer vorige week al voor 'onverwachte ontwikkelingen' tijdens de transitie, waar politiek en polder dan 'samen het hoofd aan moeten bieden', mogelijk door 'nog kritisch naar onze eigen wetgeving te kijken'. Over een jaar wil Schouten een eerste tussenstand opmaken over de voortgang van de hervorming.